Foto-album

Fotowedstrijd 2008

Fotowedstrijd 2008

Fotowedstrijd 2008

Fotowedstrijd 2008

Fotowedstrijd 2008

Barometer

Heads up EASA (januari 2016)

EASAEen briefing over EASA voor de regenachtige zondag…..

Zoals de meesten onder u inmiddels wel weten, zullen wij als zweefvliegers vanaf april 2018, dat is het nieuwe plan, gaan vallen onder de EU regels door de EASA opgesteld.

Op 8 april 2015 is de EU regelgeving ook voor zweefvliegen in Nederland ingevoerd, maar er is echter besloten om gebruik te maken van de mogelijkheid om de verplichting om aan deze regelgeving te voldoen uit te stellen tot 2018. Dat EASA de mogelijkheid van uitstel van die verplichting biedt komt omdat men ook binnen EASA tot het inzicht is gekomen dat de regelgeving voor opleidingen in de recreatieve luchtvaart (gebaseerd op de commerciële luchtvaart) veel te zwaar was. Het betekent dat we uiterlijk tot april 2018 nog door kunnen gaan met het vertrouwde GPL. Samen met ILT is er een tijdspad opgesteld om de periode tot 2018 te komen tot een geleidelijke invoering.

Dit houdt dus in::
  1. Een stapsgewijze overgang naar EU-keuringen en –brevetten in Nederland.
  2. Aanpassing van onze opleiding en examens zodat ze “EASA-proof” worden.
  3. Vormgeven door EASA van nieuwe, passende regelgeving op het gebied van de organisatie en het doorvoeren van verbeteringen in de regelgeving voor brevetten.

1: Stapsgewijze overgang naar EU-keuringen en –brevetten.
Uiterlijk april 2018 moet iedereen een EU-keuring en een EU-brevet (LAPL of SPL) hebben om lekker verder te kunnen vliegen. Voor deze conversie geldt in hoofdlijnen (uitgaande van mensen die regelmatig vliegen en nu alles geldig hebben) het volgende:
  • Een GPL kan worden omgezet in een LAPL S indien men voldoet aan de ervaringseis dat men ooit een solo-overland van 50 km of een trainingsoverland met instructeur heeft gemaakt van 100 km.
  • Een PPL met TMG-rating kan zonder aanvullende eisen worden omgezet naar een LAPL S met TMG-rating (men heeft alleen wel een FI S nodig om deze geldig te houden)
  • Een instructeur kan na het volgen van een refresher-cursus van twee dagen zijn FI S aanvragen
  • Een examinator kan na het afleggen van een AoC (een soort examinatoren-prof-check) bij een senior-examinor zijn examinar-certificate aanvragen. Uiteraard moet dan zijn instructie bevoegdheid ook zijn omgezet.
Om deze bal aan het rollen te krijgen zal dit voorjaar voor een eerste (hopelijk grote) groep instructeurs zo’n refresher worden georganiseerd in samenwerking met IL&T. Vervolgens zullen een aantal senior-examinors worden aangewezen (vooral vanuit de huidige LCO-groep) die bij andere examinatoren een AoC afnemen. In 2017 kan dan de rest volgen, zodat iedereen voor april 2018 “om” is.

Voor degenen die nu een GPL hebben is het raadzaam de eerste volgende keuring een LAPL-keuring te doen (als men die niet al heeft). Wie al een LAPL-keuring heeft en zijn GPL toch moet verlengen, kan in plaats daarvan beter gelijk een LAPL S aanvragen (scheelt een omzetting begin 2018). Dit tenzij men op korte termijn een examinator nodig heeft voor een uitbreiding, want die zijn de komende maanden nog erg schaars.

Vliegers met een PPL met TMG-rating die alleen op een TMG (wensen te) vliegen, kunnen het beste voor het verlopen ervan een LAPL S met TMG rating aanvragen. Dan behoeft men niet meer te beschikken over de duurdere klasse 2 keuring en gelden veel lichtere verlengingseisen. Wel heeft men een FI (EU-instructeur) nodig om die geldig te houden, maar deze komen op korte termijn geleidelijk beschikbaar. Informeer binnen je eigen club of een naburige club wanneer er zo’n instructeur beschikbaar is.

Mensen die nu in opleiding zijn voor een GPL kunnen daar gewoon mee verder gaan. Na het behalen van een GPL kan deze zoals gezegd omgezet worden naar een LAPL S.

2: Aanpassing van onze opleiding en examens zodat ze “EASA-proof” worden.
Achter de schermen wordt hier al geruime tijd druk aan gewerkt met hulp van velen. De afdeling zweefvliegen (de CIV) en ballonvaren zijn samen op KNVvL- niveau druk doende om de inhoud van de theorie examens en de wijze waarop ze worden afgenomen EASA-proof te maken.
Hoofdreden daartoe zijn de kosten die dan laag kunnen worden gehouden in vergelijk met alternatieven als het CBR. De ILenT heeft toegezegd dat we dat zouden mogen doen, maar stelt daar wel eisen aan, omdat zij zeker wil stellen dat de kwaliteit van de examens goed zijn. Het betekent dat er gewerkt wordt aan het oprichten van een onafhankelijk examen instituut. Uiteraard zal daarin een belangrijke rol zijn weggelegd voor de afdeling zweefvliegen. Een nieuw examen reglement en een vragen database zijn ingrediënten waaraan op dit moment nog hard aan wordt gewerkt.
In 2016 zullen de eerste landelijke theorie-examens voor GPL volgens de nieuwe stijl worden afgenomen. De details daarvan worden via de lokale examen coördinatoren met de kandidaten gedeeld.

3: Vormgeven door EASA van nieuwe, passende regelgeving op het gebied van de organisatie en het doorvoeren van verbeteringen in de regelgeving voor brevetten.
Eigenlijk zou men kunnen stellen dat de EU regelgeving zoals die aanvankelijk is opgezet bedoeld was voor de commerciële luchtvaart, en niet voor de kleine, niet-commerciële luchtvaart. Dat was een vergissing van de zijde van de EU/EASA. 

De Commissie Instructie en Veiligheid (CIV), samen met de Afdelingsbestuur en de KNVvL, is druk doende om op een aantal terreinen de pijnpunten te identificeren, opdat volgend jaar, wanneer wij als zweefvlieg gemeenschap aan tafel mogen gaan zitten bij de EASA in Keulen, hard kunnen gaan ‘duwen’ om verlichting te realiseren.  De zweefvlieg gemeenschap is dan vertegenwoordigd door de EGU, de ‘European Gliding Union’, en wij als CIV/Afdeling Zweefvliegen willen en moeten daarbij een rol spelen. Wij hebben gezien dat de Afdeling Ballonvaren van de KNVvL dit jaar heel productief is geweest en dat willen wij volgend jaar ook gaan zijn voor het zweefvliegen. Dat is ons doel.

Er zijn twee terreinen waar wij als Afdeling Zweefvliegen/CIV ons hard voor maken:
  1. Organisatie verplichting zweefvlieg clubs.
    Aanvankelijk zou elke club een ATO moeten worden. Dat staat ongeveer gelijk met wat een luchtvaart maatschappij moet zijn om te kunnen opleiden. Zwaar overdreven dus. Omdat de overheid in de toekomst de brevetten uit gaat geven, wil diezelfde overheid wel zicht hebben op de kwaliteit van de opleidingen die de zweefvliegclubs verzorgen. Er zal dus een vorm van erkenning  moeten komen van de clubs als zweefvliegopleiding,  maar dan op een zodanige manier dat de verplichtingen die dat met zich meebrengt redelijk, dragelijk en proportioneel zijn. Op dit moment wordt daar door de EASA aan gewerkt in samenspraak met de sector. Volgend jaar, als wij als zweefvliegers aan tafel mogen bij de EASA zullen wij daar hard voor knokken om dat te bereiken.
  2. EU-FCL, brevetten etc….
    Op zich is het nieuwe systeem van brevetten, het LAPL(S) en het SPL, werkbaar. Waar naar het inzicht van de CIV een echt pijnpunt ligt is bij de verplichtingen voor instructeurs en examinatoren. Er wordt hier geen onderscheid gemaakt tussen commerciële en niet-commerciële luchtvaart zoals wij zweefvliegers dat zijn. Met name de verplichting ter verlenging zijn buiten proportioneel.  De regelgeving gaat voorbij aan, en houdt geen rekening met het feit dat wij als zweefvliegers alles voor niets doen, en daarmee het zweefvliegen relatief goedkoop kunnen houden. Of je nu examinator bent, instructeur, startleider, onderhoud doet of poetst, wij doen alles eigenlijk voor niets.  Dat is een groot goed. Dat moet beschermd blijven tegen regels die daar nu geen rekening mee houden. Als door te zware eisen voor instructie en examinatoren er velen mee gaan stoppen is dat een bedreiging voor het zweefvliegen. Het wordt sowieso wat zwaarder, maar het moet wel reëel blijven.
Naast de boven genoemde pijnpunten, zijn er nog wat andere wensen. Een ervan is dat een aantal vlieg bewegingen niet onder de nieuwe aerobatic rating zou moeten vallen, de zogenaamde “confidence manoeuvres”. Denk dan aan bijvoorbeeld overtrek, vrille, steile bochten, slippen, ongewone vliegstanden etc. Deze bewegingen moeten gewoon binnen de normale opleiding vallen.

Of alle wensen ter verlichting vervult gaan worden is altijd de vraag. Het inlevingsvermogen en inzicht in onze zweefvlieg wereld aan gene zijde van de tafel is niet altijd even groot, ondanks de wil om mee te werken.

Tot slot.
Tot zover dit bericht over EASA.  Ondanks het uitstel van de verplichting om aan de EASA-regels te voldoen van drie jaar wordt er door de vrijwilligers van de KNVvL/Afdeling Zweefvliegen en CIV hard gewerkt om straks klaar te zijn voor de omzetting naar de EU regelgeving.

Zodra er meer details finaal zijn zullen die direct gedeeld worden met de Zweefvlieg gemeenschap. Communicatie zal geschieden via ons Zweefportaal, clubs, en conferenties die worden georganiseer door de CIV.