Commissie Instructie Zweefvliegen
Afdeling Zweefvliegen KNVvL
AFDELING ZWEEFVLIEGEN
|
Invoering van EASA-regelgeving voor zweefvliegen
Geacht bestuur,
Zoals u weet is de invoering van de Europese regelgeving voor de Nederlandse zweefvliegerij uitgesteld tot 8 april 2018. Dit uitstel maakte het mogelijk te komen tot:
1. Aanpassingen van het gedeelte FCL (betreft brevetten, ratings, examinering etc.), waarover het overleg nog gaande is.
2. Een alternatieve oplossing voor de ATO-verplichting in de vorm van een Declared Training Organisation DTO), waarvoor september 2016 een voorstel is gepubliceerd.
Ofschoon er dus nog overleg loopt op Europees niveau en het zelfs mogelijk is dat er verder uitstel of een langere overgangsperiode komt, vinden wij het toch noodzakelijk om voorbereidingen te treffen voor een invoering per 8 april 2018. Daarvoor is afgelopen winter door vele zweefvliegers veel werk verzet, denk aan de theorieboeken, aan opleidingssyllabi en aan theorie-examinering.
Met deze brief willen wij u informeren over de stand van zaken en op een paar punten om de medewerking van uw club vragen.
Theorie-opleiding GPL en LAPL (S).
Vanaf maart 2016 worden landelijk georganiseerde “EASA-conforme” theorie-examens afgenomen door de Afdeling Zweefvliegen. Inmiddels heeft ILT toegezegd dat de hierbij behaalde resultaten in de overgangssituatie ook zullen gelden voor het verkrijgen van een LAPL (S), zodat er geen “breuk” ontstaat in de opleiding van zweefvliegers.
Momenteel wordt er gewerkt aan de vormgeving van de Stichting Theorie Examens Ballonvaren en Zweefvliegen (STEBZ) die deze examens in de toekomst namens ILT afneemt ten behoeve van de afgifte van een LAPL (S) of SPL. Daarmee blijven deze examens ook in de toekomst betaalbaar voor de zweefvliegerij. Zodra STEBZ operationeel is, zullen deze examenresultaten rechtstreeks gelden voor de afgifte van een LAPL (S) of SPL, maar zullen deze examens (eventueel) ook gelden voor het verkrijgen van een GPL in de overgangssituatie.
Praktijkopleiding GPL “EASA-conform”.
Met ingang van het vliegseizoen 2017 is de praktijkopleiding voor het GPL aangepast aan de eisen die EASA stelt. Het aangepaste opleidingsprogramma (syllabus praktijkopleiding, instructeurshandboek en vliegervolgsysteem) is te vinden op de CIV-website.
Naast de reeds eerder als onderdeel van de opleiding geïntroduceerde overlandvlucht, betreffen de wijzigingen onder andere het vervangen van de serie doellandingen door een oefening doellanden en de vervanging van de oefening “daalsleep” door een (op veilige hoogte uit te voeren) oefening “dalend slepen”. Het praktijkexamen GPL wordt hierop aangepast.
Het doel hiervan is dat ook de praktijkopleiding zonder “breuk” voortgezet kan worden wanneer de EASA-regels van kracht worden.
Conversie van GPL naar LAPL (S).
Zoals bekend is het reeds mogelijk om een geldig GPL te converteren naar een LAPL (S) of SPL, indien men voldoet aan de overlandeis en een geldig EASA-medical heeft. Volgens de huidige inzichten moet dat voor 8 april 2018 gebeurd zijn, al is het denkbaar dat daar een langere overgangsperiode voor komt. Vliegers die geen uitbreiding (zoals lieren, slepen, aerobatics of VO) nodig hebben, kunnen al op een “handig” moment converteren (bijvoorbeeld net voor het verlopen van het GPL), op voorwaarde dat de club er voor zorgt dat ze binnen 24 maanden na afgifte van het LAPL of SPL twee checkvluchten kunnen maken met een FI (S). Er zijn zogenaamde “evaluators” voor de aantekeningen “aerobatics” en “aerobatics light”, voor degenen die op grond van eerdere ervaring in aanmerking komen voor deze ratings. Het advies is wel rekening te houden met een mogelijk lange afgiftetermijn bij ILT, afhankelijk van het aantal aanvragen dat wordt gedaan.
Conversie van GPL/VO naar LAPL/FI (S).
Instructeurs wordt verzocht om (indien men aan de voorwaarden voldoet) reeds te converteren naar een LAPL (S) of SPL met FI (S). Dit maakt het voor andere clubleden met een “brevet” mogelijk om op een handig moment te converteren naar het LAPL (S) of SPL, zie hiervoor. Daarnaast wordt hiermee veilig gesteld dat leerlingen voldoende vluchten met een “EASA-instructeur” maken om ook kort na 8 april 2018 praktijkexamen te kunnen door voor het LAPL (S). Er zijn zogenaamde “evaluators” voor de aantekening “FI.FI”, voor degenen die op grond van eerdere ervaring als mentor in aanmerking komen voor deze rating. De instructeurs die geconverteerd zijn blijven ook bevoegd om les te geven voor het GPL. Degenen met een VO (L) hoeven niet eerst nog een VO(S) examen te doen, uitbreiding qua startmethode is als FI (S) juist makkelijker.
Opleiding vliegonderricht.
Degenen die in opleiding zijn voor de bevoegdverklaring VO hebben in elk geval tot 8 april 2018 de tijd om deze opleiding af te maken. Daarvoor is het wel nodig het GPL te houden. Over de opleiding van instructeurs na genoemde datum en het overgangsrecht voor onvoltooide opleidingen loopt nog overleg en is op dit moment nog geen helderheid.
Praktijk-examinering.
De praktijkexamens voor het GPL en VO kunnen tot 8 april 2018 gewoon worden uitgevoerd. Voor examinatoren bestaat echter geen overgangsrecht, de toekomstige examinatoren dienen voor het verkrijgen van een “examiners-certificate” van ILT aan de eisen van EASA te voldoen.
Deze eisen betreffen, naast eisen betreffende de vliegervaring:
- het volgen van een “standaardisatie cursus”
- het doen van een “assesment of competence” (een AoC) bij een “senior examinor”.
We verwachten op korte termijn de benoeming door ILT van een beperkt aantal LCO-ers tot “senior examinor” voor FE (S) en FIE (S). Wanneer deze er zijn, hopen we in samenwerking met ILT voor de toekomstige examinatoren in de loop van 2017 “standaardisatie cursus” en AoC’s te gaan organiseren. Doel hiervan is er voor te zorgen dat er bij de start van het vliegseizoen 2018 voldoende bevoegde examinatoren zijn om de opleidingen ongehinderd te kunnen voortzetten. Onder de huidige LCO-ers is reeds geïnventariseerd wie straks FIE (S) wil worden, er zijn er ca. 30 daartoe bereid gevonden.
We vragen uw hulp om te komen tot een lijst van examinatoren die straks FE (S) willen worden, maximaal 2 examinatoren per club. Onder EASA dienen examinatoren 2 examens per jaar af te nemen. Als examen telt dan een “skill test”, een “proficiency test” of eventueel een AoC. Dus voor een FE (S) zijn dat examens voor het verkrijgen van een LAPL (S) of een TMG-rating, of voor het verlengen ervan als niet aan de currency-eisen is voldaan. Daarbij is relevant dat examens straks door één examinator worden afgenomen en dat de voor “lieraantekening”, “sleepaantekening” en de “aerobatics aantekening” geen examens meer worden afgenomen omdat deze worden afgetekend door een instructeur. Kortom, er zijn straks niet genoeg examens om het huidige aantal examinatoren reglementair “current” te houden.
Daarom vragen wij elke club om maximaal 2 instructeurs voor te dragen om opgeleid te worden tot FE (S), die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- in het bezit van een LAPL of SPL met FI (S)
- 300 vlieguren als bestuurder van zweefvliegtuigen of motorzweefvliegtuigen, waarvan tenminste 150 uur of 300 starts als vlieginstructie
- voldoen aan de criteria van FCL 1010 (betreft geschiktheid kandidaat en de kandidaat mag in de afgelopen 3 jaar geen sancties hebben gekregen)
- bereid zijn voor een aantal jaar als vrijwilliger op te treden als examinator voor het zweefvliegen en daarvoor eens in de 3 jaar een standaardisatiecursus en een AoC te doen.
Daarbij is het goed er rekening mee te houden dat een examinator geen kandidaat mag examineren die hij/zij zelf als Head of Training heeft voorgedragen namens een DTO of waaraan hij/zij meer dan 25% van de vlieginstructie heeft gegeven. Indien de club een TMG heeft, kan het handig zijn een instructeur voor te dragen die daar reeds voldoende instructie-ervaring op heeft.
Nogmaals: over veel zaken loopt nog overleg of vind nog besluitvorming plaats. Heeft u vragen of behoefte aan advies, dan verzoek ik u contact op te nemen met de secretaris van de CIV.
Met vriendelijke groet,
Commissie Instructie en Veiligheid,
Joris Umbach, voorzitter
Zoals u weet is de invoering van de Europese regelgeving voor de Nederlandse zweefvliegerij uitgesteld tot 8 april 2018. Dit uitstel maakte het mogelijk te komen tot:
1. Aanpassingen van het gedeelte FCL (betreft brevetten, ratings, examinering etc.), waarover het overleg nog gaande is.
2. Een alternatieve oplossing voor de ATO-verplichting in de vorm van een Declared Training Organisation DTO), waarvoor september 2016 een voorstel is gepubliceerd.
Ofschoon er dus nog overleg loopt op Europees niveau en het zelfs mogelijk is dat er verder uitstel of een langere overgangsperiode komt, vinden wij het toch noodzakelijk om voorbereidingen te treffen voor een invoering per 8 april 2018. Daarvoor is afgelopen winter door vele zweefvliegers veel werk verzet, denk aan de theorieboeken, aan opleidingssyllabi en aan theorie-examinering.
Met deze brief willen wij u informeren over de stand van zaken en op een paar punten om de medewerking van uw club vragen.
Theorie-opleiding GPL en LAPL (S).
Vanaf maart 2016 worden landelijk georganiseerde “EASA-conforme” theorie-examens afgenomen door de Afdeling Zweefvliegen. Inmiddels heeft ILT toegezegd dat de hierbij behaalde resultaten in de overgangssituatie ook zullen gelden voor het verkrijgen van een LAPL (S), zodat er geen “breuk” ontstaat in de opleiding van zweefvliegers.
Momenteel wordt er gewerkt aan de vormgeving van de Stichting Theorie Examens Ballonvaren en Zweefvliegen (STEBZ) die deze examens in de toekomst namens ILT afneemt ten behoeve van de afgifte van een LAPL (S) of SPL. Daarmee blijven deze examens ook in de toekomst betaalbaar voor de zweefvliegerij. Zodra STEBZ operationeel is, zullen deze examenresultaten rechtstreeks gelden voor de afgifte van een LAPL (S) of SPL, maar zullen deze examens (eventueel) ook gelden voor het verkrijgen van een GPL in de overgangssituatie.
Praktijkopleiding GPL “EASA-conform”.
Met ingang van het vliegseizoen 2017 is de praktijkopleiding voor het GPL aangepast aan de eisen die EASA stelt. Het aangepaste opleidingsprogramma (syllabus praktijkopleiding, instructeurshandboek en vliegervolgsysteem) is te vinden op de CIV-website.
Naast de reeds eerder als onderdeel van de opleiding geïntroduceerde overlandvlucht, betreffen de wijzigingen onder andere het vervangen van de serie doellandingen door een oefening doellanden en de vervanging van de oefening “daalsleep” door een (op veilige hoogte uit te voeren) oefening “dalend slepen”. Het praktijkexamen GPL wordt hierop aangepast.
Het doel hiervan is dat ook de praktijkopleiding zonder “breuk” voortgezet kan worden wanneer de EASA-regels van kracht worden.
Conversie van GPL naar LAPL (S).
Zoals bekend is het reeds mogelijk om een geldig GPL te converteren naar een LAPL (S) of SPL, indien men voldoet aan de overlandeis en een geldig EASA-medical heeft. Volgens de huidige inzichten moet dat voor 8 april 2018 gebeurd zijn, al is het denkbaar dat daar een langere overgangsperiode voor komt. Vliegers die geen uitbreiding (zoals lieren, slepen, aerobatics of VO) nodig hebben, kunnen al op een “handig” moment converteren (bijvoorbeeld net voor het verlopen van het GPL), op voorwaarde dat de club er voor zorgt dat ze binnen 24 maanden na afgifte van het LAPL of SPL twee checkvluchten kunnen maken met een FI (S). Er zijn zogenaamde “evaluators” voor de aantekeningen “aerobatics” en “aerobatics light”, voor degenen die op grond van eerdere ervaring in aanmerking komen voor deze ratings. Het advies is wel rekening te houden met een mogelijk lange afgiftetermijn bij ILT, afhankelijk van het aantal aanvragen dat wordt gedaan.
Conversie van GPL/VO naar LAPL/FI (S).
Instructeurs wordt verzocht om (indien men aan de voorwaarden voldoet) reeds te converteren naar een LAPL (S) of SPL met FI (S). Dit maakt het voor andere clubleden met een “brevet” mogelijk om op een handig moment te converteren naar het LAPL (S) of SPL, zie hiervoor. Daarnaast wordt hiermee veilig gesteld dat leerlingen voldoende vluchten met een “EASA-instructeur” maken om ook kort na 8 april 2018 praktijkexamen te kunnen door voor het LAPL (S). Er zijn zogenaamde “evaluators” voor de aantekening “FI.FI”, voor degenen die op grond van eerdere ervaring als mentor in aanmerking komen voor deze rating. De instructeurs die geconverteerd zijn blijven ook bevoegd om les te geven voor het GPL. Degenen met een VO (L) hoeven niet eerst nog een VO(S) examen te doen, uitbreiding qua startmethode is als FI (S) juist makkelijker.
Opleiding vliegonderricht.
Degenen die in opleiding zijn voor de bevoegdverklaring VO hebben in elk geval tot 8 april 2018 de tijd om deze opleiding af te maken. Daarvoor is het wel nodig het GPL te houden. Over de opleiding van instructeurs na genoemde datum en het overgangsrecht voor onvoltooide opleidingen loopt nog overleg en is op dit moment nog geen helderheid.
Praktijk-examinering.
De praktijkexamens voor het GPL en VO kunnen tot 8 april 2018 gewoon worden uitgevoerd. Voor examinatoren bestaat echter geen overgangsrecht, de toekomstige examinatoren dienen voor het verkrijgen van een “examiners-certificate” van ILT aan de eisen van EASA te voldoen.
Deze eisen betreffen, naast eisen betreffende de vliegervaring:
- het volgen van een “standaardisatie cursus”
- het doen van een “assesment of competence” (een AoC) bij een “senior examinor”.
We verwachten op korte termijn de benoeming door ILT van een beperkt aantal LCO-ers tot “senior examinor” voor FE (S) en FIE (S). Wanneer deze er zijn, hopen we in samenwerking met ILT voor de toekomstige examinatoren in de loop van 2017 “standaardisatie cursus” en AoC’s te gaan organiseren. Doel hiervan is er voor te zorgen dat er bij de start van het vliegseizoen 2018 voldoende bevoegde examinatoren zijn om de opleidingen ongehinderd te kunnen voortzetten. Onder de huidige LCO-ers is reeds geïnventariseerd wie straks FIE (S) wil worden, er zijn er ca. 30 daartoe bereid gevonden.
We vragen uw hulp om te komen tot een lijst van examinatoren die straks FE (S) willen worden, maximaal 2 examinatoren per club. Onder EASA dienen examinatoren 2 examens per jaar af te nemen. Als examen telt dan een “skill test”, een “proficiency test” of eventueel een AoC. Dus voor een FE (S) zijn dat examens voor het verkrijgen van een LAPL (S) of een TMG-rating, of voor het verlengen ervan als niet aan de currency-eisen is voldaan. Daarbij is relevant dat examens straks door één examinator worden afgenomen en dat de voor “lieraantekening”, “sleepaantekening” en de “aerobatics aantekening” geen examens meer worden afgenomen omdat deze worden afgetekend door een instructeur. Kortom, er zijn straks niet genoeg examens om het huidige aantal examinatoren reglementair “current” te houden.
Daarom vragen wij elke club om maximaal 2 instructeurs voor te dragen om opgeleid te worden tot FE (S), die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- in het bezit van een LAPL of SPL met FI (S)
- 300 vlieguren als bestuurder van zweefvliegtuigen of motorzweefvliegtuigen, waarvan tenminste 150 uur of 300 starts als vlieginstructie
- voldoen aan de criteria van FCL 1010 (betreft geschiktheid kandidaat en de kandidaat mag in de afgelopen 3 jaar geen sancties hebben gekregen)
- bereid zijn voor een aantal jaar als vrijwilliger op te treden als examinator voor het zweefvliegen en daarvoor eens in de 3 jaar een standaardisatiecursus en een AoC te doen.
Daarbij is het goed er rekening mee te houden dat een examinator geen kandidaat mag examineren die hij/zij zelf als Head of Training heeft voorgedragen namens een DTO of waaraan hij/zij meer dan 25% van de vlieginstructie heeft gegeven. Indien de club een TMG heeft, kan het handig zijn een instructeur voor te dragen die daar reeds voldoende instructie-ervaring op heeft.
Nogmaals: over veel zaken loopt nog overleg of vind nog besluitvorming plaats. Heeft u vragen of behoefte aan advies, dan verzoek ik u contact op te nemen met de secretaris van de CIV.
Met vriendelijke groet,
Commissie Instructie en Veiligheid,
Joris Umbach, voorzitter
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.
Reactie plaatsen
Logt u a.u.b. in om een reactie te plaatsen.
Waardering
Er zijn nog geen waarderingen gegeven.