Commissie Instructie Zweefvliegen
Afdeling Zweefvliegen KNVvL
AFDELING ZWEEFVLIEGEN
|
ATO ontwikkelingen
Zoals jullie inmiddels weten zullen wij op op 8 april 2015 de clubs ATO moeten laten zijn. Op 3 juli heeft de Afdeling/CIV daartoe een voorlichtingsavond georganiseerd. Op deze goed bezochte avond is uitgelegd wat de opties zijn hoe clubs ATO zouden kunnen worden. Drie opties werden behandeld:
1: iedere club doet direct zaken met de ILenT en wordt zelfstandig ATO. Hier zijn de kosten bijzonder hoog omdat de ILenT voor elke clubs zich moet inspannen om de bescheiden die de clubs dan zelf moet aanleveren goed te keuren. Dat kost heel erg veel, orde grootte 3500 euro
2: een Koepel ATO onder de KNVvL. Kosten kunnen gezamenlijk gedragen worden, maar als club ben je niet meer zelfstandig, omdat de KNVvL dan als beheerder van de ATO beheer en inspectie taken op zich moet nemen wat extra management en kosten met zich mee brengt en een zware druk legt op vrijwilligers. De inspanningsverplichting van de clubs is niet anders dan onder het convenant omdat men aldaar nog steeds record keeping moet plegen en de administratieve verplichting is even groot. Onder een koepel ATO wordt de ATO documentatie generiek aangemaakt door onze Afdeling.
3: Zelfstandig ATO worden onder een convenant dat de Afdeling zweefvliegen met de ILenT heeft opgezet. Met een vergelijkbare inspanning als onder de koepel blijf een club zelfstandig als ATO, ondersteund door het convenant. Die ondersteuning houdt in dat de Afdeling/CIV voor alle generieke documentatie zorgt voor de opleidingen ( modules per opleiding zoals LAPL(S), praktische instructeurs opleiding of TMG extensie) en de ATO. Deze documentatie is afgeleid van de EASA documentatie. In deze documentatie zal een 'club specifiek' deel zitten waarin clubs langs een sjabloon hun bijzonderheden moeten aangeven. De clubs die hieraan meedoen genieten een flinke korting op de kosten van het ATO worden, omdat de generieke documentatie al is goedgekeurd door de ILenT. Met het convenant beperken wij de nadelen die het ATO worden in met zich mee brengt. Die nadelen zijn hogere kosten, administratie en extra functionarissen voor de clubs en een hogere inspectie en goedkeurende taak voor de overheid, de ILenT. De ILenT heeft hierin actief met ons meegedacht in het opzetten van dit convenant, en daarin onderscheidt zij zich positief van andere overheden elders in de EU. De ILent heeft ingezien dat wij het als zweefvliegers goed voor elkaar hebben met een hoge organisatie graad en kwaliteit. Daar plukken wij dus ook nu de vruchten van doordat de ILenT met ons dit convenant wil afsluiten. En zelfstandigheid is altijd beter voor de toekomst. Als een club deelneemt aan het convenant zal het zich moeten conformeren een de syllabi en manuals ten behoeve van de ATO, maar bij optie 1 en 2 is dat niet anders. Naast de bovengenoemde voordelen is het met dit model ook mogelijk om de inspectie verplichting die clubs als ATO hebben jegens de ILenT te verlichten. Ook is het mogelijk om onder het convenant meerdere clubs in één ATO te huisvesten, mocht die behoefte bestaan.
Na deze uitleg zijn de voordelen van het 'convenant model' duidelijk geworden en heeft een peiling aangegeven dat alle aanwezige clubs (28) voor dit model zijn. Ook een aantal clubs die niet aanwezig waren gaven al aan dat ze voor het convenant model zijn. Deze peiling was geen stemming dan wel een toezegging, maar het geeft wel aan dat clubs met de gegeven inspanning en kosten niet hun zelfstandigheid willen opgeven. Dat betekent tevens dat voor zweefvliegen de KNVvL en onze eigen Afdeling Zweefvliegen in haar rol blijft als ondersteuning en belangen behartiging en geen beheer en inspectie taken op zich hoeft te nemen. Het enige wat de KNVvL doet is dat de Afdeling Zweefvliegen het convenant beheert en vrijblijvende 'peer reviews' kan afnemen bij clubs als voorbereiding op inspecties van de ILenT. Goed verlopen ILenT inspecties kunnen aanleiding geven tot een lagere inspectie frequentie. Door deze opzet kunnen wij in redelijkheid gebruik blijven maken van vrijwilligers, waardoor kosten beperkt kunnen blijven.
Wat zij dan die kosten voor het worden van een ATO? Om ATO te worden zijn er eenmalige kosten: voor de ATO zelf en voor elke module die een club wil hebben voor de opleiding die men wil verzorgen, moet ongeveer €85 betaald worden. Dus met bijvoorbeeld 4 modules betaal je als clubs dan eenmalig €425. Als een club later een andere opleiding wil gaan verzorgen, bijvoorbeeld Aerobatic, dan moet voor deze module ook betaald worden.
De Afdeling zelf betaald per module wat meer ten behoeven van de 'generieke goedkeuring van de modules. maar die kosten zijn éénmailg en worden door de Afdeling, dus gemeenschappelijk gedragen. De kosten in geval van een koepel hangt af van het aantal deelnemers maar zal hoogstwaarschijnlijk duurder zijn, ook vanwege de extra inspanning die zo'n koepel zich moet getroosten, zoals hierboven beschreven. In geval van optie 1 loopt de erkenning in de duizenden euro's.
Zodra het convenant enige finaliteit kent zullen wij het direct publiceren. Maar de strekking voor de clubs is hierboven beschreven.
De Afdeling en de CIV met name getroost zich inmiddels enorme inspanning om de ATO documentatie gereed te krijgen. Deze documentatie, het Organisation Management Manual (OMM), bestaat uit operations manual, training manual, en syllabi voor elke mogelijke opleiding die men als zweefvlieger moet kunnen volgen, en een Safety Management manual.
Brevetten:
Na intensief overleg met de ILent en onze Afdeling is een conversie rapport opgemaakt dat beschrijf hoe het huidige GPL met bevoegdheden omgezet kan worden naar het LAPL(S)/SPL. Hier is eerder al aandacht aan besteed in de berichtgeving middels de Thermiek en het Zweefportaal. Dit rapport is inmiddels naar de EASA gestuurd. Wij zijn in afwachting van respons van de EASA. Als dit terug is kan de ILenT overgaan tot het opzetten van het proces van aanvraag van het LAPL(S)/SPL met de bevoegdheden waaronder ook een paar nieuwe, zoals TMG extensie, Aerobatic en de Aerotow rating die TMG vliegers toestaat om zweefvliegtuigen te slepen.
UItstel?
Op 3 juli kwam ons ter ore dat er weer sprake is van uitstel om ATO te worden. Men vindt inmiddels ook bij de EASA dat voor onder andere zweefvliegclubs de inspanning om ATO te worden buiten proportie is. In die tijd wil de EASA zich dus beraden op versoepeling. Als Afdeling proberen wij zo snel mogelijk in kaart te hebben wat de gevolgen zijn van een mogelijk uitstel en wat de eventuele versoepeling inhoudt. "Eerst zien dan geloven" wat ons betreft. Ten aanzien invoering van het LAPL(S)/SPL moet nog duidelijk worden of uitstel gegeven moet/kan worden en of de lidstaten dat zelf zouden kunnen bepalen.
Namens de Afdeling Zweefvliegen en de CIV.
Hans den Besten
1: iedere club doet direct zaken met de ILenT en wordt zelfstandig ATO. Hier zijn de kosten bijzonder hoog omdat de ILenT voor elke clubs zich moet inspannen om de bescheiden die de clubs dan zelf moet aanleveren goed te keuren. Dat kost heel erg veel, orde grootte 3500 euro
2: een Koepel ATO onder de KNVvL. Kosten kunnen gezamenlijk gedragen worden, maar als club ben je niet meer zelfstandig, omdat de KNVvL dan als beheerder van de ATO beheer en inspectie taken op zich moet nemen wat extra management en kosten met zich mee brengt en een zware druk legt op vrijwilligers. De inspanningsverplichting van de clubs is niet anders dan onder het convenant omdat men aldaar nog steeds record keeping moet plegen en de administratieve verplichting is even groot. Onder een koepel ATO wordt de ATO documentatie generiek aangemaakt door onze Afdeling.
3: Zelfstandig ATO worden onder een convenant dat de Afdeling zweefvliegen met de ILenT heeft opgezet. Met een vergelijkbare inspanning als onder de koepel blijf een club zelfstandig als ATO, ondersteund door het convenant. Die ondersteuning houdt in dat de Afdeling/CIV voor alle generieke documentatie zorgt voor de opleidingen ( modules per opleiding zoals LAPL(S), praktische instructeurs opleiding of TMG extensie) en de ATO. Deze documentatie is afgeleid van de EASA documentatie. In deze documentatie zal een 'club specifiek' deel zitten waarin clubs langs een sjabloon hun bijzonderheden moeten aangeven. De clubs die hieraan meedoen genieten een flinke korting op de kosten van het ATO worden, omdat de generieke documentatie al is goedgekeurd door de ILenT. Met het convenant beperken wij de nadelen die het ATO worden in met zich mee brengt. Die nadelen zijn hogere kosten, administratie en extra functionarissen voor de clubs en een hogere inspectie en goedkeurende taak voor de overheid, de ILenT. De ILenT heeft hierin actief met ons meegedacht in het opzetten van dit convenant, en daarin onderscheidt zij zich positief van andere overheden elders in de EU. De ILent heeft ingezien dat wij het als zweefvliegers goed voor elkaar hebben met een hoge organisatie graad en kwaliteit. Daar plukken wij dus ook nu de vruchten van doordat de ILenT met ons dit convenant wil afsluiten. En zelfstandigheid is altijd beter voor de toekomst. Als een club deelneemt aan het convenant zal het zich moeten conformeren een de syllabi en manuals ten behoeve van de ATO, maar bij optie 1 en 2 is dat niet anders. Naast de bovengenoemde voordelen is het met dit model ook mogelijk om de inspectie verplichting die clubs als ATO hebben jegens de ILenT te verlichten. Ook is het mogelijk om onder het convenant meerdere clubs in één ATO te huisvesten, mocht die behoefte bestaan.
Na deze uitleg zijn de voordelen van het 'convenant model' duidelijk geworden en heeft een peiling aangegeven dat alle aanwezige clubs (28) voor dit model zijn. Ook een aantal clubs die niet aanwezig waren gaven al aan dat ze voor het convenant model zijn. Deze peiling was geen stemming dan wel een toezegging, maar het geeft wel aan dat clubs met de gegeven inspanning en kosten niet hun zelfstandigheid willen opgeven. Dat betekent tevens dat voor zweefvliegen de KNVvL en onze eigen Afdeling Zweefvliegen in haar rol blijft als ondersteuning en belangen behartiging en geen beheer en inspectie taken op zich hoeft te nemen. Het enige wat de KNVvL doet is dat de Afdeling Zweefvliegen het convenant beheert en vrijblijvende 'peer reviews' kan afnemen bij clubs als voorbereiding op inspecties van de ILenT. Goed verlopen ILenT inspecties kunnen aanleiding geven tot een lagere inspectie frequentie. Door deze opzet kunnen wij in redelijkheid gebruik blijven maken van vrijwilligers, waardoor kosten beperkt kunnen blijven.
Wat zij dan die kosten voor het worden van een ATO? Om ATO te worden zijn er eenmalige kosten: voor de ATO zelf en voor elke module die een club wil hebben voor de opleiding die men wil verzorgen, moet ongeveer €85 betaald worden. Dus met bijvoorbeeld 4 modules betaal je als clubs dan eenmalig €425. Als een club later een andere opleiding wil gaan verzorgen, bijvoorbeeld Aerobatic, dan moet voor deze module ook betaald worden.
De Afdeling zelf betaald per module wat meer ten behoeven van de 'generieke goedkeuring van de modules. maar die kosten zijn éénmailg en worden door de Afdeling, dus gemeenschappelijk gedragen. De kosten in geval van een koepel hangt af van het aantal deelnemers maar zal hoogstwaarschijnlijk duurder zijn, ook vanwege de extra inspanning die zo'n koepel zich moet getroosten, zoals hierboven beschreven. In geval van optie 1 loopt de erkenning in de duizenden euro's.
Zodra het convenant enige finaliteit kent zullen wij het direct publiceren. Maar de strekking voor de clubs is hierboven beschreven.
De Afdeling en de CIV met name getroost zich inmiddels enorme inspanning om de ATO documentatie gereed te krijgen. Deze documentatie, het Organisation Management Manual (OMM), bestaat uit operations manual, training manual, en syllabi voor elke mogelijke opleiding die men als zweefvlieger moet kunnen volgen, en een Safety Management manual.
Brevetten:
Na intensief overleg met de ILent en onze Afdeling is een conversie rapport opgemaakt dat beschrijf hoe het huidige GPL met bevoegdheden omgezet kan worden naar het LAPL(S)/SPL. Hier is eerder al aandacht aan besteed in de berichtgeving middels de Thermiek en het Zweefportaal. Dit rapport is inmiddels naar de EASA gestuurd. Wij zijn in afwachting van respons van de EASA. Als dit terug is kan de ILenT overgaan tot het opzetten van het proces van aanvraag van het LAPL(S)/SPL met de bevoegdheden waaronder ook een paar nieuwe, zoals TMG extensie, Aerobatic en de Aerotow rating die TMG vliegers toestaat om zweefvliegtuigen te slepen.
UItstel?
Op 3 juli kwam ons ter ore dat er weer sprake is van uitstel om ATO te worden. Men vindt inmiddels ook bij de EASA dat voor onder andere zweefvliegclubs de inspanning om ATO te worden buiten proportie is. In die tijd wil de EASA zich dus beraden op versoepeling. Als Afdeling proberen wij zo snel mogelijk in kaart te hebben wat de gevolgen zijn van een mogelijk uitstel en wat de eventuele versoepeling inhoudt. "Eerst zien dan geloven" wat ons betreft. Ten aanzien invoering van het LAPL(S)/SPL moet nog duidelijk worden of uitstel gegeven moet/kan worden en of de lidstaten dat zelf zouden kunnen bepalen.
Namens de Afdeling Zweefvliegen en de CIV.
Hans den Besten